Teksten

Carola Popma, Hans Klein Hofmeijer

De beeldhouwer en de schilder Wat de beeldhouwster Carola Popma (Breda, 1954) en de schilder Hans Klein Hofmeijer (Tilburg, 1957) samenbrengt in één expositie is het meest essentieële dat kunstenaars kan binden,. Dat is een open mind ten opzichte van het artistieke domein dat ze zich gekozen hebben. Bij de een is dat beelden maken omdat ze niet anders kan, bij de ander is dat schilderen omdat hij niet anders kan. En elk zoekt op zijn gebied. Niet vanuit een vaststaand concept omtrent het eigen werk, ook niet vanuit een zichzelf opgelegde continuïteit die maakt dat het ene werk zonder omwegen leidt naar het volgende. Openheid wil bij hen beiden zeggen een gezond wantrouwen tegenover het vanzelfsprekende en het kritisch blijven jegens de middelen die ze gebruiken om hun beeldend werk te maken. Voor de toevallige gelegenheid stellen ze gezamenlijk hun recente werk tentoon in galerie Kokon in Tilburg. Een verfrissende tentoonstelling van twee individuen die vooral ook individuen blijven, Want afgezien van die open grondhouding die zo vitaal is voor de kunstenaar, is er weinig dat hen bindt. Niks eigenlijk. En dus kan hun beider werk zo gemakkelijk in een en dezelfde ruimte een tijdelijk onderdak vinden. Het versterkt elkaar in die onbevangenheid, of, negatief gesproken: het zit elkaar niet in de weg. Hans Klein Hofmeijer heeft het zoeken tot een eigen handschrift verheven en misschien ook wel tot een eigen stijl. Merkwaardig is het dat dat zoeken pas echt ver na zijn academietijd echt is begonnen en vorm heeft gekregen. Van 1974 tot 1979 heeft hij kunstacademie Sint Joost gevolgd in Breda. Zijn werk ontwikkelt zich in fundamentele richting. Een schilderij moet niet de bedoeling hebben iets af te beelden of te beschrijven, maar in de eerste plaats duidelijk een schilderij te zijn. Een schilderij als iets wat op zichzelf staat. En als zodanig toont een schilderij geen emotie maar is emotie, verbeeldt het geen verhaal maar is het verhaal zelf. Een geval van sterk in zichzelf gekeerde kunst. Hij maakte daarbij bijna obsessioneel gebruik van het in zwart geschilderde woord zwart dat hij als motief eindeloos herhaalde en daarmee het beeldvlak opbouwde. Het resultaat was een ver doorgevoerd handschrift met het schilderen als onderwerp, maar geen vorm. Begin jaren ‘90 heeft hij dat pad radicaal verlaten en is het schilderij als een open medium gaan beschouwen. Het schilderen als een zoektocht. Hij koos daarvoor een een heel typische weg, die van schetsen en probeersels die hij een kring van geïnteresseerden toestuurde. Het zijn een soort van tekens direct uit het atelier, een kans voor de ontvanger om een kijkje te nemen in de keuken van de kunstenaar, zonder dat de verzonden bladen al de bedoeling hebben echt op eigen benen te staan. Een paar jaar geleden heeft de NBKS in Breda al die afleveringen van dat zogeheten GANG-project geëxposeerd, een tentoonstelling van kunst per post. Dat zelfde zoeken naar wat een schilderij zou kunnen zijn, kenmerkt de doeken die hij nu als kant-en-klare objecten in Tilburg toont. Niet een heeft een concrete, herkenbare voorstelling. Ze vormen samen het verhaal van de kwast, het uitlopen van de verf, de schilderende hand, het tegelijk zoeken naar en weer ontkennen van een vorm. Schilderijen van Hans Klein Hofmeijer zijn vlees geworden twijfel en gezoek. Ze willen verre blijven van bedachte vorm en concrete betekenis. Te veel schilderij om er zo maar aan voorbij te lopen, te weinig vorm om ze in één betekenis te kunnen vangen. De beelden van Carola Popma hebben een uitgesproken vorm. Uiteraard, een beeldhouwer kan moeilijk zonder. Maar die vormen variëren wel voortdurend, net als het materiaal waaruit ze de beelden opbouwt. Haar werk kenmerkt zich in algemene zin door de neiging tot constructie, het stapelen en verbinden van losse elementen van verschillende materie. Een beeld van haar is altijd transparant, het toont altijd tegelijk zijn binnen- en zijn buitenkant. Galerie Kokon, Stationsstraat 38/40, Tilburg. De beelden van Carola Popma en de schilderijen van Hans Klein Hofmeijer zijn te zien tot 20 april van woensdag t/m zaterdag van 12 tot 5 uur.

Tekst door: Frits de Coninck

» terug naar Teksten